Opdrachtgever: MinLNV
Partners: De Bakelse Stroom, WEnR, WUR-SLM, KNMI
Periode: 2020
Doel: op basis van een beperkt literatuuronderzoek en enige berekeningen voor de Nederlandse situatie de volgende zaken te belichten:
- welke waterverliezen treden in principe op bij beregening?
- welke factoren beïnvloeden de omvang van de verliezen?
- welke waterverliezen zijn verschillend als we de dag of de nacht beschouwen?
- wat is de relatie tussen de omvang van de waterverliezen en het uur van de dag dat er wordt beregend i.c. tijdens beregening overdag of ’s nachts?
Samenvatting
Op basis van literatuuronderzoek, berekeningen voor Nederlandse omstandigheden en rekening houdend met de karakteristieken van een spuithaspel komen we tot de volgende bevindingen. De drie meest relevante verliesposten zijn qua grootte als percentage van de totale beregeningsgift op dagbasis als volgt:
- verdampingsverliezen: 2 à 4%;
- driftverliezen: 5 à >10%;
- percolatieverliezen: 5 à >15%.
Daarmee heeft met name de windsnelheid en deels ook de windrichting absoluut gezien een duidelijk grotere invloed op de waterverliezen tijdens beregening dan verdamping. Verdampingsverliezen zijn gering. Als we voor het groeiseizoen van gewassen (april-september) beregening gedurende de dag en de nacht beschouwen, dan is het grootste verschil in verliezen tussen overdag en ’s nachts toe te schrijven aan verdamping en aan wind. Grofweg gesteld: overdag verdampt er meer en ’s nachts waait het doorgaans minder hard. We komen op basis van deze studie tot de volgende conclusies:
- beregening overdag levert weliswaar grotere verdampingsverliezen (3 à 6% van de beregeningsgift op dagbasis) op in vergelijking met beregening ’s nachts (2 à 3% van de beregeningsgift op dagbasis), maar dit is een zeer gering verschil. Een verbod op beregening overdag is weinig effectief om de verdampingsverliezen significant terug te brengen;
- drift door wind tijdens beregening heeft een groter effect op de beregeningsverliezen dan verdamping tijdens beregening. Omdat het overdag gemiddeld harder waait zijn de driftverliezen bij beregenen overdag 1 à 3% groter ten opzichte van beregenen ’s nachts in West-Nederland; deze %-verschillen zijn kleiner in Oost- en Zuid-Nederland;
- percolatieverliezen worden groter naarmate het harder waait (geen schattingen/cijfers bekend of bepaald); deze verliezen zijn overdag groter dan ’s nachts;
- niet beregenen bij windsnelheden boven 3 m/s (matige wind) is daarmee effectief om verliezen te beperken, omdat daarmee zowel de driftverliezen als de percolatieverliezen worden gereduceerd. In de praktijk wordt bij voorkeur niet beregend als het ‘hard’ waait.
Nadere onderbouwing van deze bevindingen door middel van (veld)metingen aan verliezen bij gebruik van een spuithaspel is gewenst. Zo krijgen we een beter en meer binnen het Nederlandse klimaat geldende onderbouwing, want beregenen met de spuithaspel is windgevoelig.
Bron figuur: De Bakelse Stroom.