Cliënt: Ministerie van Economische Zaken. TKI-project, Topsector Water, Programma Deltatechnologie
Partners: WUR-Alterra (projectleider), KWR, FutureWater, De Bakelse Stroom, HiView, KnowH2O
Periode: 2015
Doelstelling: Bepaling van de gewenste nauwkeurigheid en het ruimtelijk schaalniveau van actuele en voorspellende bodemvochtgegevens.
Samenvatting
Regionale waterbeheerders en agrariërs zijn zich ervan bewust dat samenwerking noodzakelijk is voor het duurzaam en klimaatbestendig beheren van het watersysteem. Informatie over de toestand van het bodemvochtgehalte is hierbij essentieel, zowel onder droge als natte omstandigheden. Waterbeheerders willen weten wat de actuele buffercapaciteit van de bodem is om water vast te houden tijdens wateroverlast. Daarnaast is de bodemvochtvoorraad relevant om te schatten hoeveel de aanvoerbehoefte is tijdens droogte en waar die is gelokaliseerd in het beheergebied. Agrariërs hebben actuele bodemvochtgegevens nodig om berijdbaarheid, bewerkbaarheid, drainage en de beregeningsbehoefte goed in te schatten. Naast actuele informatie kijken we ook naar voorspellingen van het bodemvocht voor de korte termijn, aan de hand van doorgerekende weersvoorspellingen.
Voor de bepaling van gewenste nauwkeurigheid van de bodemvochtgehalten zal een SWAP-model worden opgezet voor een representatief gedraineerd perceel te KAD-proeflocatie Haaksbergen. Na modelkalibratie en -validatie zal bepaald worden wat de nauwkeurigheid van de bodemvochtvoorspelling kan zijn, als functie van de zichttijd van de voorspelling. Dit wordt bepaald met behulp van “hindcasting” en het SWAP-model. We maken tenslotte gebruik van een historische ensemble van deze voorspellingen, die tezamen de mogelijkheid bieden onnauwkeurigheden te bepalen, omdat ook de werkelijke realisatie van het weer bekend is.
Het gewenste ruimtelijk schaalniveau wordt bepaald door voor een demonstratiegebied in de omgeving van het KAD-proefperceel te Haaksbergen een ruimtelijk bodemvochtmodel met SPHY op te zetten op verschillende ruimtelijk resoluties. Een validatie met het SWAP-model zorgt voor de link tussen de twee componenten.
Resultaten van beide exercities worden bediscussieerd vanuit het gezichtspunt van een waterschap en vanuit een agrariër.